De lesbische Sauda volgde een summerschool over seksualiteit en kan nu niet meer terugkeren naar Oeganda, omdat ze bedreigd wordt door haar man en familie. Ze woont in het asielzoekerscentrum in Grave. “Ik leef van dag tot dag. Maar ik leef tenminste nog.”
Het was haar grootste nachtmerrie, en nu zit ze er midden in. De man die ze gedwongen moest trouwen kwam erachter dat ze lesbisch is. Nu is de achtentwintigjarige Sauda* alles kwijt; haar werk, haar familie, haar kans om terug te keren naar haar thuisland. En elke dag vreest ze dat haar man naar Nederland komt om haar te vermoorden.
Les in Amsterdam
Afgelopen zomer volgde Sauda de Summer School for Sexuality, Culture & Society aan de UvA. Ze koos de studie omdat ze lesbisch is en omdat ze in Oeganda stiekem werkte voor een activistische gezondheidsorganisatie, waarvan ze de naam niet kan noemen. “Tegen mijn man zei ik dat ik een cursus volgde voor mijn officiële werk in de regering.”
Om aangenomen te worden op de Summer School moest Sauda een essay schrijven met haar motivatie. Een essay waarin ze alles vertelde over haar activistische werk. Een essay waarin ze eindelijk uit de kast durfde te komen. Een essay die achterbleef op haar laptop toen ze naar Nederand vertrok. Waar haar man, die ze op zeventienjarige leeftijd moest trouwen, hem uiteindelijk vond.
Bedreigingen
“Hij was zo kwaad, hij schreeuwde dat ik had gelogen en dat hij me kapot zou maken. Toen vertelde hij mijn Islamitische familie er van. Ik werk met jonge meisjes in de moskee, hij vertelde dat ik ze wierf om lesbisch te worden.” Na de familie bedreigde hij een vriendin van Sauda. “ Hij wist dat ik veel met haar omging.” En tenslotte zorgde hij dat haar baas wist van haar geaardheid. “Ik ben meteen ontslagen.”
Als Sauda terugkomt, zal hij haar vermoorden, dat weet ze zeker. “Maar ook hier ben ik niet veilig. Mijn man is advocaat, en advocaten krijgen heel makkelijk een visum om te reizen in Oeganda.” Vandaar dat ze elke minuut van de dag in angst leeft, zelfs in haar kleine kamertje in het asielzoekerscentrum in Grave.
Blij om te leven
Daar woont ze met twee Mongoolse vluchtelingen. “We proberen zoveel mogelijk omstebeurt te slapen.” Als alle drie de bewoners in de kamer zijn is het bijna niet mogelijk om vrij te bewegen. Maar Sauda ziet haar verblijf in het centrum met 800 nationaliteiten en gedeelde keukens en badkamers niet somber in. “ Ik ben ten minste nog niet dood.”
Het liefst wil Sauda terug naar haar thuisland. “Wie weet, als homoseksualiteit daar ooit wordt toegestaan, en mijn vrienden me kunnen beschermen,” zegt ze. Maar in haar stem klinkt al twijfel. Eigenlijk weet ze dat ze nooit meer terug kan naar het land waar ze thuis was.
Liefde en acceptatie
Haar enige kans is een verblijfsvergunning in Nederland. “Ik zou hier niet zijn als het ook anders kan. Maar ik ben thuis niet meer welkom.” Sauda zou Nederlanders willen vragen om asielzoekers zich welkom te laten voelen. “De meesten van ons willen niet meer dan dat. Love and acceptance. Omdat we dat nooit gekend hebben waar we vandaan komen.”